De gouden regels:
- Creëer hoogte: gebruik kratten, dozen, etageres. Alles plat op tafel is saai en onzichtbaar
- Groeperen: per kleur, per type, per prijsklasse – niet door elkaar
- Ademruimte: propvol oogt rommelig. Laat lucht tussen producten.
- Ooghoogte = koophoogte: je belangrijkste / duurste producten op ooghoogte
- Oneven nummers: groepjes van 3 of 5 ogen rustiger dan 2 of 4
Wat werkt uit ervaring:
- Eén blikvanger vooraan (groot, opvallend, fotogeniek)
- Prijzen direct zichtbaar (mensen willen of durven soms niet te vragen)
- Demo / voorbeelden: draag zelf je sieraden, gebruik je tassen
- Storytelling: klein bordje met ‘handgemaakt in Tilburg’ of je verhaal. Mensen kopen niet alleen een product, maar zijn juist ook geïnteresseerd in jouw verhaal
- Instagram-proof hoekje: mensen maken foto’s, taggen jou, gratis marketing
Ik doe mijn best om alle creatieve markten te benoemen in de evenementenkalender. Er zijn toch ook veel, veelal kleinere markten, speciaal bedoeld voor lokale makers. Deze vind je in lokale Facebook-groepen of op Instagram. Veel gemeenten hebben ook een eigen evenementenkalender. Soms hebben braderieën ook speciale plekken voor lokale creatieve ondernemers. Zo is er in Woerden de jaarlijkse Koeiemart, waar ook een gedeelte is ingeruimd voor lokale creatieve ondernemers.
Mijn tip: begin met kleinere, lokale markten. Die zijn vaak goedkoper dan een grotere braderie. Bovendien vind je op braderieen een breed publiek, terwijl op creatieve markten juist mensen komen die iets unieks zoeken.
- Kleinere lokale markten liggen rond €25-50
- (Middel)grote creatieve markten: €60-100
Rekenvoorbeeld: als je €75 standgeld betaalt en €15 winst per product maakt, moet je 5 producten verkopen om quitte te draaien. Verkoop je gemiddeld 20 stuks? Dan is het de moeite waard. Onder de 10 stuks wordt het lastig.
Mijn tip: in het begin zul je niet altijd voldoende producten hebben om een hele marktkraam te vullen. Sommige markten verhuren ook halve kramen die je gezellig deelt met een andere creatieve ondernemer. Je kan dit altijd even navragen bij de organisatie.
Vuistregel: 3-4x wat je hoopt te verkopen. Verwacht je 10-15 verkopen? Neem 40-50 stuks mee. Waarom?
- Variatie: mensen willen kunnen kiezen uit kleuren/varianten
- Een volle kraam oogt beter dan een lege
- Tegen het einde blijft je kraam er goed uitzien
Een verdeling die werkt:
- 60% beststellers / veilige keuzes
- 30% varianten / andere kleuren
- 10% experimentele nieuwe producten
Reality check: op je eerste markt verkoop je waarschijnlijk minder dan je hoopt. Dat is normaal! Leer wat werkt, hoe je moet verkopen, mensen aanspreekt en hoe mensen reageren op je producten. Van sommige producten, waarvan ik ervan overtuigd was dat deze zouden verkopen, deden niks. En producten met lage verwachtingen verkocht ik er juist veel. Je zult ook zien dat de populaire producten per markt verschilt.
Het voordeel van Nederlandse markten is dat er vaak al kramen / tafels aanwezig zijn, en je niet hoeft te slepen met inklapbare campingtafels. Wat neem je dan wel mee?
- Tafelkleden: tot op de grond. Verbergt je voorraad / rommel erond. Effen kleuren werken beter dan drukke patronen.
- Display-materialen: etagères, schalen, kastjes, kaarthouders – ga eerst naar de kringloop!
- Prijskaartjes: duidelijk leesbaar, professioneel. Bijvoorbeeld krijtkaartjes of een ingelijst a4’tje met prijzen.
- Visitekaartjes: om mee te geven aan kopers of potentiële kopers
- Geldkistje: met voldoende wisselgeld (€75 aan briefjes en munten)
- Pinautomaat: ik ben van fan van de SumUp. Een Zettle kan ook!
- Eten en drinken: je bent vaak lange tijd weg, dus zorg voor drankjes en snacks
- Stoel: er wordt gezegd dat je moet staan achter je kraam, en dat is ook zo. Maar af en toe even zitten mag natuurlijk ook.
Tip: zet je kraam een paar keer uit thuis. Maak foto’s vanuit klantenoogpunt. Meet of alles in je auto past. Je wilt niet om 6 uur ’s ochtends puzzelen.